Damen Naval Senior ILS Engineer Ricardo Kaljouw heeft de afgelopen tien jaar zijn vrije tijd besteed aan het voltooien van de Vulcanic Seven Summits-uitdaging. Op 24 januari – op de top van Mount Sidley in Antarctica – is het hem gelukt (zie de foto hierboven). Dit plaatst hem in een select groepje avontuurlijke bergbeklimmers: hij is de eerste persoon uit de Benelux en slechts de vijftigste persoon ter wereld die de zeven hoogste vulkanen op elk van de zeven continenten heeft beklommen. Hoewel de zevende beklimming eigenlijk de kleinste van de zeven toppen was met ‘slechts’ 4.285 meter hoog, was het zeker Ricardo’s meest uitdagende expeditie tot nu toe.

In een ideale wereld duurt een beklimming van Mount Sidley ongeveer vier of vijf dagen. Dit is een reis in drie etappes van het basiskamp naar het ‘hoge kamp’ naar de top en weer terug. Maar door allerlei uitdagingen die zich onderweg voordeden, deden Ricardo en zijn medeklimmers er in totaal veertien dagen en meerdere pogingen over voordat ze succes boekten.

Maar eerst: hoe kom je eigenlijk op het Antarctische continent? “Ik vloog van Punta Arenas, Chili, naar Union Glacier. Dit is een kamp van waaruit allerlei expedities vertrekken. Sommige mensen skiën naar de Zuidpool, anderen gaan de hoogste berg van Antarctica beklimmen, Mount Vinson; allerlei avonturiers komen er samen”, begint de 38-jarige Ricardo. Op Antarctica is timing cruciaal: het expeditieseizoen bestaat alleen uit december en januari.

Ricardo Kaljouw's laatste uitdaging in de Vulcanic Seven Summits challenge was Mount Sidley, Antarctica. Ricardo Kaljouw's laatste uitdaging in de Vulcanic Seven Summits challenge was Mount Sidley, Antarctica.

Zodra zijn expeditiegroep van drie personen (hijzelf, een andere klimmer en een gids) groen licht kreeg, vlogen ze zo dicht mogelijk naar de voet van Mount Sidley. Deze drie en een half uur durende vlucht van duizend kilometer werd gemaakt met een DC-3 uit 1942. “Het was alsof je in een luchtvaartrelikwie stapte”, grapt Ricardo.

Ricardo verdeelde zijn uitrusting over een rugzak (20 kg) en een slee (30 kg). Ricardo verdeelde zijn uitrusting over een rugzak (20 kg) en een slee (30 kg).

Op dit punt moet je onthouden dat er geen landingsbanen zijn op Antarctica; de piloot moet vanuit de lucht een geschikte plek vinden om te landen. “Je weet niet precies waar je gaat landen: elk jaar is het op een andere plek. Dus de piloot cirkelt als een gier met het vliegtuig, hij controleert net zo lang tot hij een goede plek heeft gevonden. Voor ons betekende dit dat ons basiskamp ongeveer zes kilometer verwijderd was van de voet van de vulkaan. Dat klinkt niet ver, maar in een ijzige wereld bepakt met veel apparatuur is dat een behoorlijke afstand.” De DC-3 bleef ter plaatse in geval van nood (een detail dat verderop in het verhaal van belang gaat zijn).

Over temperaturen gesproken, hoe koud is de zomer op Antarctica? “De elementen zijn extreem: tot min 40 graden Celsius”, antwoordt Ricardo. “Maar als je met een slee en een rugzak loopt, warm je snel op. En als het zonnig is, kan het best redelijk zijn: zo’n min 30. Maar zodra er ook maar een zuchtje wind staat, snijdt de kou als een mes in je lichaam. Dus er mag geen stukje huid ontbloot zijn.”

Het weer zag er de volgende dag goed genoeg uit voor de klim naar het tussenkamp, ook wel ‘high camp’ genoemd. De expeditieleden vertrokken met een volgeladen rugzak van 20 kilo en een slee met 30 kilo extra uitrusting. Na de nacht in het ‘high camp’ te hebben doorgebracht, was Ricardo positief. “Ik dacht dat het een makkelijke expeditie zou worden, want de volgende ochtend was het vrij goed weer. Helaas werd de gids ’s nachts ziek. Hij kreeg symptomen van longoedeem. Dit is vrij ernstig en we moesten het serieus nemen, dus op dat moment was onze prioriteit niet de top, maar om die persoon daar zo snel mogelijk weg te krijgen.” Ricardo en zijn medeklimmer vergezelden hun gids de vulkaan af, waarbij ze hun uitrusting in het ‘hoge kamp’ begroeven om hun last te verlichten. Een tweede vliegtuig werd opgeroepen om een dokter en een nieuwe gids te brengen; dit vliegtuig vertrok onmiddellijk en nam de eerste gids mee terug naar Union Glacier.

"Zodra er ook maar een zuchtje wind staat, snijdt de kou als een mes in je lichaam. Dus er mag geen stukje huid ontbloot zijn.” Ricardo Kaljouw

Nadat de nieuwe gids was gearriveerd, vertrok Ricardo voor de tweede keer vanuit het basiskamp. Tijdens de beklimming kwam het driekoppige team echter een Poolse expeditie in ernstige problemen tegen. “Ze waren vast komen te zitten in een storm vlakbij de top en hadden ongeveer 31 uur onbeschut doorgebracht in omstandigheden van min 40 graden. Sommigen van hen hadden bevriezingsverschijnselen en ledematen die mogelijk geamputeerd moesten worden; één van hen had zelfs een bevroren oog. Deze mensen hadden onze hulp nodig, dus brachten we ze terug naar het basiskamp. De DC-3 startte zijn motoren en bracht hen in veiligheid.”

Ricardo en zijn twee metgezellen waren toen de enige mensen in het basiskamp. “We waren waarschijnlijk de meest geïsoleerde mensen op de hele planeet op dat moment.” En toen nam het weer een wending, waardoor er geen nieuwe pogingen gewaagd konden worden. Na zes dagen trokken de wolken weg, waardoor de top in zicht kwam en ze aan hun derde poging begonnen. Helaas verslechterde het zicht zodanig dat Ricardo “mijn gids vooraan niet kon zien en ik de andere klimmer achter me niet kon zien”. Er bleef maar één optie over: de poging afbreken en de vulkaan afdalen.

Drie dagen later, na negen dagen in het basiskamp, verbeterde het weer genoeg voor het team om hun vierde poging te wagen. “Het zicht was goed”, herinnert Ricardo zich. “Maar we kwamen een vrij grote gletsjerspleet tegen – een die we nog niet eerder hadden gezien.” Dit kon maar één ding betekenen: ze bevonden zich ergens anders op de vulkaan en niet op de route naar het ‘hoge kamp’, waar hun broodnodige uitrusting was opgeslagen. Opnieuw was de enige optie om de vulkaan af te dalen.

Vliegen in deze DC-3 uit 1942 was volgens Ricardo “alsof je in een luchtvaartrelikwie stapte”. Vliegen in deze DC-3 uit 1942 was volgens Ricardo “alsof je in een luchtvaartrelikwie stapte”.

Toen kwam de vijfde poging, die vanwege de logistiek van het vliegtuig en het naderende einde van het expeditieseizoen ook de laatste poging zou moeten zijn. Het weer was gelukkig in hun voordeel omgeslagen en ze bereikten het ‘hoge kamp’ nadat ze het twaalf dagen eerder hadden verlaten. “Het kamp zag er totaal anders uit omdat er veel storm was geweest. Het was dus moeilijk om onze begraven uitrusting met voedsel, brandstof, kleding terug te vinden”, vertelt Ricardo.

“Deze vulkaan is in de geschiedenis slechts door 100 mensen beklommen. De spleten veranderen voortdurend: elk jaar is het een andere puzzel. Er is geen vaste route.” Ricardo Kaljouw

Nadat Ricardo had geprobeerd een paar uur te slapen – wat moeilijk was door zijn opwinding – opende hij zijn tent en zag de beste weersomstandigheden die hij sinds zijn aankomst op Antarctica had gezien. Hij wekte zijn medeklimmers en binnen een uur waren ze met z’n drieën op weg naar de top, met alleen het hoognodige mee. “Een nooddeken en een noodtent bijvoorbeeld, we wilden niet overvallen worden zoals het Poolse team.”

Het is lastig een voorstelling te maken van de laatste beklimming vanuit het ‘hoge kamp’ naar de top, want een cruciaal aspect is dat een vooraf bepaalde route ontbreekt. Ricardo legt uit waarom: “Deze vulkaan is in de geschiedenis slechts door 100 mensen beklommen. De spleten veranderen voortdurend: elk jaar is het een andere puzzel. Er is geen vaste route.”

Hun beklimming ging langs een zone met in wat het Engels heel poetisch “snow mushrooms” heet. Ondanks hun vrij onschuldige naam kan deze natuurlijke ijsformatie dodelijk zijn. Ricardo: “Dit zijn grote stukken ijs die ontstaan door winden met een hoge snelheid; ze kunnen 30 tot 40 meter hoog zijn. Als ze afbreken en ze raken je, dan ben je er geweest.”

Mount Sidley basiskamp: zes kilometer van de voet van de vulkaan. Mount Sidley basiskamp: zes kilometer van de voet van de vulkaan.

Negen uur nadat ze het ‘hoge kamp’ hadden verlaten, bereikten ze de top. “De temperatuur was min 42, de wind was redelijk, we bleven er ongeveer tien minuten.” Feestvieren in de bergsportwereld wordt meestal uitgesteld tot je beneden bent. “Als je op de top bent, ben je pas halverwege: je moet namelijk ook nog terug.”

Zodra ze aan hun afdaling begonnen, veranderde het weer. “De wind stak op, dingen begonnen te bevriezen: mijn baard, mijn bril, mijn muts, alles zat tegen me aan gevroren.” Na vier uur bereikte het team weer het ‘hoge kamp’ en de dag daarna maakten ze hun laatste reis naar het basiskamp, naar het vliegtuig dat klaarstond om hen terug te brengen naar Union Glacier. En slechts twaalf uur later was Ricardo weer terug in Punta Arenas, Chili.

Hoe voelt Ricardo zich, nu hij weer thuis is, over het bereiken van de Vulcanic Seven Summits-uitdaging? “Toen ik met bergbeklimmen begon, had ik nooit gedacht dat ik zoiets als dit zou doen. Maar ik ben geslaagd in iets waar ik tien jaar aan heb gewerkt. Ik heb deze titel op zak en dat is een geweldig gevoel. Het is een stukje Nederlandse bergsportgeschiedenis.”

Wat is de volgende stap voor Ricardo? “Mijn focus ligt op dit moment op het schrijven van het laatste hoofdstuk van mijn boek, dat helemaal gaat over mijn ervaringen met de Volcanic Seven Summits. Zodra dit gepubliceerd is, zal het me misschien meer bekendheid geven voor sponsoring. En wat mijn volgende expeditie of uitdaging betreft, moet ik goed nadenken over wat ik ga doen, want als ik ergens aan begin, wil ik het ook afmaken.”

Ricardo Kaljouw’s Volcanic Seven Summits
2015: Kilimanjaro, Afrika. 5,895m
2017: Elbrus, Europa. 5,642m
2019: Damavand, Azië. 5,610m
2022: Giluweberg, Oceanië. 4,368m
2023: Pico de Orizaba, Noord-Amerika. 5,636m
2023: Ojos Del Salado, Zuid-Amerika. 6,893m
2025: Mount Sidley, Antarctica. 4,285m

Lees hier een eerder Schelde Schakels-artikel over Ricardo’s passie voor het beklimmen van vulkanen.