Meer dan 36 jaar zit er tussen de start van Rob de Gaaij’s carrière in de scheepsbouw en die van zijn zoon Andreas. Maar ze begonnen wel allebei op dezelfde afdeling, al heette deze in 1983 nog Ontwerpbureau Scheepsbouw en is het nu de afdeling Products en Proposals. Inmiddels werkt Rob al 39 jaar bij het bedrijf. Andreas zit er nu bijna 3 jaar.
Direct na zijn studie Maritieme Techniek aan de TU Delft solliciteerde Rob (62) bij Koninklijke Maatschappij De Schelde. In 1983 begon hij bij het Ontwerpbureau Scheepsbouw (OBS), de afdeling die bij Damen Naval Products & Proposals heet. “Na een paar jaar werd ik chef van OBS”, vertelt hij. “Ik heb 15 jaar met plezier op de afdeling gewerkt. We maakten ontwerpen en offertes voor de marine, maar ook voor koopvaardijschepen. Een aantal daarvan zijn ook gebouwd, zoals de PSD-ferry, Commodore RoRo, de Captain George, een 76m aluminium catamaran ferry en een 25m lang Surface Effect Ship.”
Het was ook de tijd van de M- en LCF-fregatten, gevolgd door de ATS, LPD2 en PS, waardoor het een drukke en uitdagende periode was. Ook een heel mooie tijd, herinnert Rob zich. “Wat ik leuk vond was het ontwerpen en de breedte ervan: het integreren van alle aspecten. Ook hield ik van de dynamiek zoals het snel schakelen om offertes te maken. En ik mocht vaak mee naar klanten. Ik ben in die tijd veel naar het buitenland geweest: Thailand, Canada, de Filipijnen, Noorwegen.”
In het Noorse Bergen heeft Rob zelfs een jaar gewoond, samen met zijn familie, inclusief een kleine Andreas. Bij terugkomst in Nederland verhuisde Rob van OBS naar Engineering als Lijnmanager Engineering Naval & Structures. Hier is hij onder meer verantwoordelijk voor recruitment, training en carrièrebegeleiding van zijn mensen. Daarnaast evalueert hij de tools waarmee de engineers werken en zorgt hij voor goede instructies.
“Lijnmanagers werken ook mee aan projecten; in mijn geval de laatste twee jaar vooral aan het F126-project”, legt Rob uit. “Het leuke van de functie van Lijnmanager is dat je je met alle projecten kunt bezighouden en bijspringen waar nodig. Ik houd me vooral bezig met Naval & Structures; casco engineering, plannen en indelingen en ik werk met het team van Research & Technology Support (R&TS). Ik doe dit werk nu bijna 25 jaar en ik vind het nog steeds leuk. De combinatie van management en techniek is fijn.”
Zoon Andreas (27) wist op de basisschool al dat hij “iets in de techniek” wilde doen. “Het viel zo op zijn plek dat de maritieme kant mij het meest interessant leek. We hebben thuis altijd een zeilboot gehad en natuurlijk hoorde ik de verhalen van mijn vader. Ook kende ik Damen Naval al; door een eindproject op de middelbare school en de keren dat ik mee mocht naar een doop of barbecue.” Hij studeerde Maritieme Techniek aan de TU Delft en rondde zijn studie af nét toen de coronapandemie zijn hoogtepunt naderde. “Veel dingen gingen op slot en dat maakte solliciteren lastig. Ik stuurde een open sollicitatie naar Damen Naval en mocht aan de slag bij P&P.”
Andreas houdt zich bezig met het opvangen van aanvragen voor nieuwe schepen. “Ik bied technische ondersteuning aan het salesteam en help met begrotingen en het maken van berekeningen. Ik houd me ook bezig met de toekomst, met nieuwe technieken en hoe we die kunnen toepassen. Verder zorg ik ervoor dat ons portfolio actueel is en welke aanvragen er worden verwacht. Het opleveren van de LST-100 aan Nigeria heeft geleid tot een golf van interesse. Daar spelen we op in door de website up-to-date te houden en te zorgen voor een mooie brochure.”
"Ik doe wat ik altijd graag wilde doen. Ik ben goed in snel switchen en houd van de vrijheid van dit werk." Andreas de Gaaij
Net als zijn vader houdt Andreas van de diversiteit die het werk bij P&P te bieden heeft. “Je moet van alle markten iets weten en werkt met verschillende afdelingen en groepen in het bedrijf: verkoop, planning, market intelligence en meer. Ik doe wat ik altijd graag wilde doen. Ik ben goed in snel switchen en houd van de vrijheid van dit werk. Je kunt hier nog heel veel invloed hebben op een nieuw ontwerp of project.”
Rob geeft toe dat hij niet had verwacht dat Andreas in zijn voetsporen zou treden bij Damen Naval. “Eerlijk gezegd had ik Maritieme Techniek ook niet zien aankomen”, lacht hij. “Maar ik vind het leuk dat hij hier werkt. Het is product-technisch een heel interessant bedrijf en de sfeer is goed. We zien elkaar niet vaak, want ik zit in gebouw 36 en hij in gebouw 32. Maar ik ken natuurlijk wel alle mensen waarmee hij samenwerkt.”
Andreas voegt toe: “Sommige vrienden vonden het vreemd dat ik bij hetzelfde bedrijf als mijn vader ging werken, maar ik zie het niet als een probleem. We werken op een andere afdeling en ik heb altijd alles zelf kunnen kiezen.” Hij sluit af met: “Ik weet nog niet of ik het zo lang volhoud als mijn vader. Ik zie mezelf bijvoorbeeld ook nog wel een keer bij een start-up werken. Maar Damen heeft zo veel verschillende mogelijkheden dat ik nog alle kanten op kan. We gaan het zien.”