“Over heel Walcheren zag je het schip hoog boven de stad uittorenen. De Willem Ruys spreekt nog altijd tot de verbeelding. Het was een van de grootste passagiersschepen die De Schelde ooit bouwde, maar ging uiteindelijk roemloos ten onder bij een brand.

Maritiem historicus Nico Guns schreef met Frans Luidinga een boek in twee vuistdikke delen over bouwnummer 214, het legendarische passagiersschip Willem Ruys, dat De Schelde in 1947 opleverde.

Het motormailschip had een bewogen leven, dat jammerlijk eindigde op de bodem van de Indische Oceaan, zo’n veertig mijl uit de kust van Somalië.

Nico Guns: “De naam van het schip verwijst naar drie directeuren met de naam Willem Ruys van de rederij Rotterdamsche Lloyd, waar het schip voor werd gebouwd. De scheepsnaam eert in het bijzonder directeur Willem Ruys (1894-1942) die in de oorlog is gefusilleerd.” Mede omdat een van de oprichters van De Schelde, Arie Smit, familie was van de familie Ruys, mocht de Vlissingse scheepswerf vanaf het jaar 1883 passagiersschepen bouwen voor de Rotterdamsche Lloyd, vertelt Nico Guns. “Deze rederij bleef tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw een vooraanstaande klant van de werf, waardoor je De Schelde gerust haar hofleverancier kunt noemen.”

De Willem Ruys past in het rijtje illustere vracht- en passagiersschepen dat De Schelde in zijn lange bestaan bouwde, zoals de Indrapoera, Sibajak, Baloeran en Dempo. “Maar bouwnummer 214 leek qua ontwerp in vrijwel niets op haar statige voorgangers. Hoofdontwerper Jan Blokland Visser van De Schelde kwam met een ontwerp volgens de wetten van de aerodynamica: een schip met ronde “wulpse” vormen, dat zich als een verleidelijke Balinese danseres door het water bewoog. Opvallend was ook dat de sloepen aan boord zich veel lager bevonden dan op andere schepen uit die tijd. Het was zowel scheepsbouwkundig als esthetisch een prachtschip.”

Nergens ter wereld werd eertijds, zij het noodgedwongen, zo lang gedaan over de bouw van een schip als in Vlissingen bij de constructie van de 192 meter lange Willem Ruys. Begonnen in 1937, moest de werf de bouw in de oorlogsjaren op last van de bezetter stilleggen, waardoor het schip pas in 1947 in dienst kon worden gesteld. “Wonder boven wonder is het casco tijdens geallieerde bombardementen van de werf nooit geraakt”, vertelt Nico. “Wel werd het kort voor de bevrijding van Vlissingen door de Duitsers ondermijnd. Medewerker Cornelis Jobse van De Schelde heeft toen een heldhaftige verzetsdaad verricht door eigenhandig de explosieven onklaar te maken waardoor de Duitsers het schip niet konden opblazen.”

Na de doop en tewaterlating in 1946, voer de Willem Ruys vanaf december 1947 jarenlang vanuit Rotterdam als lijnschip op Nederlands-Indië, een reis die toen drie weken duurde. Na het uitroepen van de onafhankelijke republiek Indonesië door Soekarno (1949) werd het meer en meer ingezet voor het vervoeren van Nederlandse emigranten die naar Australië, Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland vertrokken.

Eigenlijk kende je het schip nauwelijks nog terug nadat het in 1965 was verkocht aan de Italiaanse rederij Flotta Lauro. Deze verbouwde het schip namelijk grondig.

Onder de nieuwe naam Achille Lauro deed het vanaf april 1966 dienst als lijnschip voor Italiaanse emigranten met bestemming Australië. In 1972 volgde opnieuw een verbouwing om geschikt te worden gemaakt voor cruisevaart in het Middellandse-Zeegebied. Het schip overleefde een kaping door Palestijnse terroristen in 1985 (waarbij een dode viel) maar werd uiteindelijk in het jaar 1994 voor de kust van Somalië door brand verwoest tijdens een cruise naar Zuid-Afrika.

Maar hoe het beroemde schip eruit zag als Willem Ruys, spreekt nog altijd tot de verbeelding, vertelt Nico. “Het had elf dekken, het interieur was prachtig, met weelderig gebruik van tropisch hout. Er waren twee zwembaden aan boord en het schip had een complete staf die amusement voor de passagiers verzorgde, van spelletjes, kwissen en cabaret tot dansavonden en muziekoptredens. Er traden vaak beroemde artiesten op en ofschoon de eerste klasse natuurlijk het deftigst was, stond de tweede klasse bekend als het gezelligst. Het verhaal gaat dat passagiers met een eerste klas reisbiljet ’s avonds voor het vertier naar de tweede klasse gingen…!”

Nico besluit: “De Willem Ruys was het grootste, maar tevens ook het laatste project dat De Schelde voor de Rotterdamsche Lloyd – sinds 1947 Koninklijke Rotterdamsche Lloyd – uitvoerde. Voor De Schelde is de bouw van dit schip van enorme betekenis geweest. De opdracht leverde gigantisch veel werk op voor heel Walcheren, ook voor een grote groep toeleveranciers. Over het hele eiland kon je het schip in aanbouw boven Vlissingen zien uittorenen.”