De bouw van het robuuste nieuwe bevoorradingsschip Den Helder voor de Koninklijke Marine bereikte woensdag 2 juni een nieuwe mijlpaal met de kiellegging op de Damen werf in Galatz. De traditionele handeling, waarbij een geluksmunt uit 1822 werd geplaatst op de bodemplaat van het schip, werd gebroederlijk verricht door de Directeur van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) vice admiraal Arie Jan de Waard en de Commandant Zeestrijdkrachten vice admiraal Rob Kramer. Intussen wordt in Galatz druk gebouwd aan de secties, blokjes schip die worden vervaardigd uit gigantische platen staal. De bouw van de eerste sectie begon al in december jl. en dit proces van sectiebouw gaat nog door tot tweede helft 2022.

Artist impression van het Combat Support Ship en Zr.Ms. De Ruyter. Artist impression van het Combat Support Ship en Zr.Ms. De Ruyter.

In juli breekt voor het project een nieuwe mijlpaal aan, vertelt Project Director CSS Arjan Risseeuw. Dan is de eerste sectie aan de beurt om te worden geconserveerd. Dat gebeurt in een enorme spuithal op de werf. De sectie wordt dan meerlaags in de verf gezet en dat is tevens het startsein voor een heel proces waarbij alle secties zullen worden geconserveerd. “Dat loopt door gedurende het resterende traject van de cascobouw”, aldus Arjan. De bouw van het 180 meter lange en 26 meter brede Combat Support Ship ligt prima op schema, vertelt de Project Director.

“Hoewel de druk hoog is bij onze engineers van Damen Naval en MEGA (Marine Engineering Galati, volle dochter van Damen Naval) die de tekeningen leveren voor de te bouwen secties, hebben we het hele proces prima onder controle. Als we op deze voet doorgaan, wordt het schip straks keurig op tijd opgeleverd.” Nadat de sectiebouw is afgerond, wordt het schip uiteindelijk samengesteld uit een zestal indrukwekkende modules. Die worden parallel op verspreide locaties bij Damen Shipyards Galati gebouwd.

Nadat de sectiebouw is afgerond, wordt het schip uiteindelijk samengesteld uit een zestal indrukwekkende modules. Nadat de sectiebouw is afgerond, wordt het schip uiteindelijk samengesteld uit een zestal indrukwekkende modules.

De uiteindelijke assemblage van het nieuwe bevoorradingsschip is een goed doordacht proces waarbij niets aan het toeval wordt overgelaten. Zo wordt module 1 (achterkant van het schip) in een droog deel van een dok gebouwd op blokken. De modules 2 en 3 worden vervolgens, nadat die zijwaarts van de helling zijn gelopen, als één geheel naar het dok gevaren en vastgemaakt aan module 1. Aansluitend wordt module 4 (de voorkant van het CSS) aangebouwd, gevolgd door plaatsing van module 5: het voorste stuk van de “super structure” (opbouw) van het schip met de brug.

Uiteindelijk zal dan rond oktober volgend jaar, na plaatsing van de voortstuwingstrein (assen/uithouders en roeren) het schip opdrijven en in het diepere “natte” deel van het dok worden vervolmaakt wanneer het resterende deel van de imposante super structure met de mast (module 6) wordt geplaatst. Na die klus verlaat de Den Helder het dok in Galatz en wordt het schip aan de afbouwkade van de Roemeense werf verder geoutfit en worden alle systemen in bedrijf gesteld. Arjan is trots op wat er tot nu toe is bereikt. “Alle betrokken teams werken prima samen”, stelt hij vast.

De kiel legging ceremonie werd gezamenlijk uitgevoerd door de Directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO) vice admiraal Arie Jan de Waard en de Commandant Zeestrijdkrachten, vice admiraal Rob Kramer.
De munt wordt gelast door de Directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO) vice admiraal Arie Jan de Waard en de Commandant Zeestrijdkrachten, vice admiraal Rob Kramer. De munt wordt gelast door de Directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO) vice admiraal Arie Jan de Waard en de Commandant Zeestrijdkrachten, vice admiraal Rob Kramer.

“Het project verloopt naar wens en met elkaar maken we een prachtig schip. Het is een heel goede zaak dat veel Nederlandse bedrijven in de toeleverende sfeer een belangrijke bijdrage leveren aan een project als dit, waar de driehoek van Defensie, bedrijfsleven en kennisinstituten wél bij vaart.” In januari 2024 volgt opnieuw een mijlpaal als de Den Helder via de Donau naar de Zwarte Zee koerst voor een uitgebreide proefvaart. Na die sea trials keert het schip nog één keer terug naar Galatz voor het oplossen van eventuele restpunten, indien de sea trials daar aanleiding toe geven.

Als dat traject is doorlopen, stoomt het CSS uiteindelijk vanuit Galatz op naar de toekomstige thuishaven Den Helder. Na de verwachte aankomst daar op 19 juni 2024 volgt diezelfde maand de overdracht van het schip aan de klant, DMO. Die installeert samen met de Directie Materiële Instandhouding (DMI) in Den Helder het combat management systeem en de wapens aan boord en er worden beproevingen gedaan op zee. “Het plaatsen van de bewapening op het CSS gebeurt met assistentie van Damen Naval, dat een handje toesteekt bij de integratie van die systemen met het platform”, zegt Arjan.

Als dan in juni 2025 het Combat Support wordt overgedragen aan de Koninklijke Marine, is de vloot een prachtschip rijker voor 75 bemanningsleden, dat naast plek voor brandstof en munitie om andere schepen te bevoorraden ook plaats heeft voor enkele helikopters en twintig zeecontainers. Naast de basisbemanning van 75 koppen kan het schip nog 85 extra opvarenden meenemen.

Het is deze hele keten van bedrijven, die bijdraagt aan de bouw van dit nieuwe schip voor Defensie en de Koninklijke Marine. Al 82 contracten zijn er gesloten met Nederlandse toeleveranciers, met een totale inkoopwaarde van bijna 110 miljoen euro. Het is deze hele keten van bedrijven, die bijdraagt aan de bouw van dit nieuwe schip voor Defensie en de Koninklijke Marine. Al 82 contracten zijn er gesloten met Nederlandse toeleveranciers, met een totale inkoopwaarde van bijna 110 miljoen euro.