Voor Damen Shiprepair Vlissingen (DSV) brengt de coronacrisis economisch toch voordelen met zich mee. Commercial Manager Michiel de Vliegher signaleert dat Nederlandse en Duitse klanten die hun schip gewoonlijk ver weg laten herstellen, nu eerder geneigd zijn om de opdracht dichter bij huis te plaatsen.

“Het is een tendens, dat men nu veel meer bezig is met vragen als: waar zijn reparaties nog redelijkerwijs uit te voeren”, vertelt Michiel. “Je wilt natuurlijk als klant je eigen technisch inspecteur naar die werf kunnen sturen in de zekerheid dat die ook zonder al te veel problemen weer terug naar huis kan.”

Rederijen zoeken het dus dichter bij huis. “We zien dat schepen die om de zuid varen die vóór de coronacrisis in Spanje of Portugal werden behandeld, nu in Nederland of aangrenzende landen blijven. Zelfde verhaal voor schepen die om de noord varen. In plaats van Polen, verkiezen rederijen bijvoorbeeld DSV in Vlissingen als opdrachtgever, ondanks dat ze er onder aan de streep per manuur meer betalen.”

Het is dus een ontwikkeling die volgens de Commercial Manager “uit noodzaak is geboren”: “Rederijen kopen zekerheid.”

“Nederland is echt een maritieme hub.”

Een ander voordeel voor een rederij van het dokken van een schip bij DSV in plaats van een werf verder in Europa, is dat onderdelen en voorraden in ons land toch ook in coronatijd probleemloos beschikbaar blijven. “Nederland is in dat opzicht echt een maritieme hub”, zegt Michiel. “In Rotterdam zijn nog genoeg reguliere onderdelen op afroep te verkrijgen, mede omdat er vaak een goede connectie bestaat met de (onder) leveranciers.”

Dat reders zekerheid kopen leidt er wel toe dat de opdrachten die ze plaatsen dikwijls meer bescheiden van omvang zijn. “In deze onzekere tijden is het begrijpelijk dat ze voorzichtig zijn met het doen van grote investeringen, dus aanvragen van hele grote projecten zitten er minder bij, het gaat veelal om regulier, regionaal werk. Wij als Damen Shiprepair Vlissingen voeren reparaties en onderhoud uit en we verbouwen schepen (conversie), vooral voor die laatste projecten met een langere adem liepen de aanvragen het afgelopen halfjaar terug, terwijl reparatie en onderhoud juist een stijgende lijn te zien gaven. Voorbeelden zijn onder meer de werkzaamheden aan de Royal Klipper (een reefer van Seatrade), het zware-ladingschip Happy Ranger van Spliethoff Group Amsterdam – na 22 jaar terug in Vlissingen waar het bij De Schelde werd gebouwd – de Scheveningse vriestrawler Afrika van Rederij Jaczon en ook veel ondersteuningsschepen voor de opkomende windenergiesector.”

Allemaal geen gigantische projecten qua scope, maar genoeg om naar verwachting dit boekjaar positief af te kunnen sluiten, temeer daar er eind 2020 voor DSV nog twee grote refits van jachten aan zitten te komen. “Wij voelen dus corona wel degelijk, maar gelukkig hebben we de effecten in economisch opzicht tot een minimum kunnen reduceren, ook door ons vermogen om snel en flexibel te reageren op zaken die onverwachts op ons afkomen.”

Werken aan wat minder omvangrijke projecten biedt ook het voordeel dat het wat makkelijker is om de 1,5 meter-regel in acht te nemen, zegt de Commercial Manager. “We gaan met minder subcontractors en ingeleende mensen aan boord en we voeren het werk zoveel mogelijk uit binnen het eigen team en zo kun je de klant ook laten zien dat je een ‘goed huisvader’ bent en de opdracht zo veilig mogelijk volbrengt.”