Het Autonomy-team van Damen Naval heeft veel te melden sinds de vorige Schelde Schakels-update in april. Want waar het project eerst nog draaide om één bootje (een in 1990 gebouwde Damen Stan Patrol 900 die wordt omgebouwd tot een elektrisch aangedreven en autonoom vaartuig) is inmiddels uitgebreid met de ontwikkeling van een autonome Damen Interceptor 1102. Bovendien heeft het team een nieuwe collega verwelkomd: Autonomy Engineer Amr Ranneh trad in april toe tot het team.

Amr begon bij Damen Naval als Systems Analysis Engineer in december 2024 en stapte in april 2025 over naar het Autonomy-team. “Ik heb een achtergrond in mechatronica en systemen en besturing,” zegt Amr. “Door mijn ervaring in verschillende sectoren heb ik een multidisciplinaire mindset, wat volgens mij goed past bij het Autonomy-team.” Het team maakt deel uit van de grotere RD&I-afdeling van Damen Naval en bestaat nu uit vier mensen: Amr, John Spruit, Karine Jansen en Jochem Nonhebel.

"Zodra de elektromotoren zijn geïnstalleerd, kunnen we beginnen met het bouwen van de autonome functionaliteiten." Amr Ranneh

Technische uitdagingen
Hoe is het F.A.S.T.-project sinds april gevorderd? “Ondanks de “snelle naam” gaat het F.A.S.T.-project niet erg snel,” antwoordt Amr. “Dit komt door tal van technische uitdagingen bij het vervangen van de bestaande dieselmotoren door nieuwe elektromotoren. We hebben veel leercurves moeten doorlopen, waarbij we geweldige hulp kregen van Pieter de Korte van Engineering Support.”

De oorzaken van de technische uitdagingen zijn talrijk, legt Amr uit: “Een elektromotor is totaal anders dan een dieselmotor. Ze hebben een kleinere voetafdruk en vereisen andere tandwielkasten, andere koppelingen en veel extra systemen, zoals energiemanagementsystemen. Ook moeten de besturingen elektrisch zijn om te integreren met het toekomstige autonome autopilotsysteem. En de batterijstapel is ook een uitdaging vanwege koeling, verwarming, vochtigheid en behuizing. Dit is niet het typische werk dat Damen Naval normaal doet. Gewoonlijk werken we aan grote schepen zoals fregatten, niet aan kleine projecten zoals dit.”

Het negen meter lange F.A.S.T.-bootje ligt nu nog in Vlissingen-Oost, maar het team streeft ernaar om in januari de eerste elektrische proefvaarten uit te voeren. “En zodra de elektromotoren zijn geïnstalleerd, kunnen we beginnen met het bouwen van de autonome functionaliteiten,” voegt Amr toe.

Het REPMUS-team (v.l.n.r.): Jochem Nonhebel, Ehab El Emam (van RH Marine), Amr Ranneh en John Spruit. Het REPMUS-team (v.l.n.r.): Jochem Nonhebel, Ehab El Emam (van RH Marine), Amr Ranneh en John Spruit.

De Interceptor komt in beeld
De belangrijkste reden voor de trage voortgang van het F.A.S.T.-project is wellicht de start van een tweede project: een Damen Interceptor 1102. “We waren door COMMIT [het Commando Materieel en IT] uitgenodigd om begin september deel te nemen aan REPMUS in Portugal en de Interceptor mee te nemen,” zegt Amr. “Dit betekende dat F.A.S.T. weliswaar niet officieel werd stilgelegd, maar een lage prioriteit kreeg omdat we zo druk waren met de voorbereidingen voor REPMUS.”

REPMUS is een jaarlijkse multinationale oefening, georganiseerd door de Portugese marine en de NAVO, om een breed scala aan onbemande maritieme, lucht-, oppervlakte- en grondsystemen te testen en te ontwikkelen. Het brengt militaire eenheden en technologiebedrijven samen om te experimenteren met geavanceerde onbemande technologieën. In de afgelopen jaren is het uitgegroeid tot ’s werelds grootste oefening voor experimenten met onbemande voertuigen. COMMIT nam deel om zijn werk met Unmanned Surface Vehicles (USV’s) en Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s) te demonstreren. Voor REPMUS werd de Damen Interceptor geclassificeerd als een USV.

De voorbereidingen van het Autonomy-team voor REPMUS begonnen met de aankoop van een tweedehands Interceptor in mei. “De motoren van dit schip moesten worden geüpdatet omdat de bestaande motoren geen digitale interface hadden. Die hadden we nodig om digitale autopilotbesturing van stuurinrichting en voortstuwing mogelijk te maken. Het team heeft keihard gewerkt aan de aankoop, installatie en ingebruikname van deze nieuwe motoren om alles operationeel te krijgen.”

“De Interceptor is een zeer robuust platform; het was een groot succes. Ook zijn we blij met onze platformgerichte manier van werken, zeker als we zien hoe andere bedrijven werken. Bovendien was het interessant om te zien dat we, hoewel we het kleinste team hadden, het grootste en snelste schip hadden." Amr Ranneh

Testen in Den Helder
Vervolgens stond testen met COMMIT in Den Helder op het programma, met een scope die tijdens REPMUS zou worden herhaald. De test bestond uit het laten vliegen van een UAV naar een gebied om een drijvend doelwit te lokaliseren. De UAV stuurde vervolgens de GPS-coördinaten van het doelwit naar de Interceptor. De Interceptor moest daarna autonoom naar de GPS-coördinaten varen, waarbij hij adequaat navigeerde en zich hield aan de aanvaringsregels.

Naast de autonome navigatie was het andere opvallende aspect van deze tests de systeem-naar-systeemcommunicatie die COMMIT vereiste. “Dit betekent dat de UAV de GPS-coördinaten rechtstreeks naar onze Interceptor stuurde en niet via een controlecentrum. Dit is een mooie functionaliteit die COMMIT graag wilde,” merkt Amr op.

Op naar Portugal
Na het transport van de Interceptor naar Portugal maakte het team het schip klaar voor de belangrijke demonstraties, dit keer met een internationaal publiek. “Het mooie van REPMUS was de locatie, bij het schiereiland Tróia en dicht bij de Atlantische Oceaan,” zegt Amr. “Dit maakte de omstandigheden gevarieerder dan in Den Helder, waar het misschien te ideaal was. Bij REPMUS moest onze Interceptor echter samenwerken met schepen van andere marines en USV’s van andere bedrijven.”

Was de demonstratie bij REPMUS een succes? “Zeker,” glimlacht Amr. “De Interceptor is een zeer robuust platform; het was een groot succes. Ook zijn we blij met onze platformgerichte manier van werken, zeker als we zien hoe andere bedrijven werken. Bovendien was het interessant om te zien dat we, hoewel we het kleinste team hadden, het grootste en snelste schip hadden. En we hadden een groot Damen-logo op de zijkant van het schip, wat bij een snelheid van 50 knopen zeker indruk maakte.”

Na terugkomst van REPMUS evalueerde het team de status van het Interceptor-project. “We hebben hiervoor een roadmap opgesteld voor het vervolg, gekoppeld aan aankomende commerciële projecten. Natuurlijk is het leuk om mooie technische uitdagingen aan te gaan, maar je moet realistisch zijn en dit verbinden met een commercieel aspect. Zo zorg je ervoor dat je iets levert dat waardevol is voor de markt en voor Damen Naval.”

Nu een twee-schepen-project
Het Autonomy-team van Damen Naval werkt nu aan twee schepen: een Stan Patrol 900 en een Interceptor 1102. “Natuurlijk is er een verschil in snelheid en zeewaardigheid tussen deze twee schepen, maar dat maakt het juist interessant. We kunnen onze ontwikkeling diversifiëren op basis van deze twee verschillende vaarprofielen en toch, qua autonomie, op hetzelfde niveau van intelligentie en coördinatie blijven, en vergelijkbaar qua architectuur en functionaliteit.”

Tekst: Tom Scott