RSV Nuyina, de ijsbreker voor Australië, is af, en zal binnenkort naar zee gaan. John Deurloo is inbedrijfsteller op het schip. “Op dit moment slaap ik zelfs aan boord.”

Inbedrijfsteller John Deurloo aan boord van de ijsbreker RSV Nuyina Inbedrijfsteller John Deurloo aan boord van de ijsbreker RSV Nuyina

Als inbedrijfsteller is John belast met het in gebruik nemen van de kranen en ander hijsgerei aan boord. Een niet geringe klus, want Nuyina heeft heel wat kranen. “Dat moet ook wel”, vertelt John, “want het schip neemt veel lading mee als het straks vanuit thuishaven Hobart langs de onderzoeksstations in het immense Antarctica vaart om deze te bevoorraden, een tocht van máánden. Dan heb je het echt over 150 zeecontainers met spullen.”

John bedient tijdens het in bedrijf stellen alle kranen aan boord eigenhandig, want hij is een gediplomeerd kraandrijver, die bevoegd is om offshore-kranen te besturen.

Op het voorschip van Nuyina staan fier naast elkaar twee reusachtige kranen, die elk maar liefst 55 ton kunnen hijsen. Op het achterschip bevindt zich nóg zo’n kraan, die 15 ton aan kan. De kranen op het schip doen hun werk zeer efficiënt en vooral ook erg snel, weet John uit eigen ervaring. “In tien minuten tijd kunnen ze wel vier zeecontainers laden of lossen met een haaksnelheid van 18 meter per minuut bij een gewicht van 55 ton en 60 meter per minuut met een lege haak”, legt hij uit.

RSV Nuyina aan de kade in Vlissingen-Oost. Foto: Jono Reeve RSV Nuyina aan de kade in Vlissingen-Oost. Foto: Jono Reeve

Maar Nuyina beschikt ook over takels, die vanuit het binnenste van het schip slim naar buiten kunnen worden gemanoeuvreerd om vanaf zee lading te verwerken, dit zijn de ‘container overhead cranes’. En in het hart van de ruim 160 meter lange ijsbreker zit een kraan die onderzoeksinstrumenten via een ‘moonpool hatch’ tot onder het schip kan laten zakken voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek onder water. Een moonpool is een plek in het schip, van waaruit instrumentarium of duikers het water onder het schip kunnen bereiken. Het is feitelijk een gat in de scheepsromp, waar zelfs bij zware zee of ijs in een beschermde omgeving gewerkt kan worden. De ‘hatch’ is het luik waarmee de bovenkant van de moonpool kan worden afgesloten.

Het zeer geavanceerde bevoorradings- en onderzoeksschip heeft een wendbaar A-frame op het achterdek en twee hekgalgen, waarmee de bemanning straks met wetenschappelijk oogmerk gaat vissen op Antarctische krill, een soort garnaal die alleen rond de Zuidpool voorkomt. “Ja, het is een bijzonder schip”, besluit John. “Kommer Damen is zo trots op het resultaat dat hij zich al een paar keer aan boord heeft laten rondleiden.”