Het opdrijven van een schip lijkt vrij simpel: je vult het droogdok met water, het schip drijft op en kan verplaatst worden. In werkelijkheid is het een operatie die ruim twee dagen duurt en toch meer voeten in de aarde heeft dan verwacht. Want dat enorme droogdok is niet zo makkelijk te vullen. “Het droogdok is groot en de deur van het dok lekt, dus het duurt een hele tijd voordat het gevuld is. Zeker aan het einde gaat het steeds langzamer”, legt Arjan Risseeuw uit. De Projectdirecteur van het Combat Support Ship-project, de bouw van het nieuwe bevoorradingsschip voor de Nederlandse marine was in Galatz, Roemenië voor de operatie en keek gespannen toe.

Arjan Risseeuw (tweede van links) en zijn team keken gespannen toe tijdens de operatie. Arjan Risseeuw (tweede van links) en zijn team keken gespannen toe tijdens de operatie.

De verplaatsing naar het diepe deel van het dok was noodzakelijk in verband met de diepgang van het schip. Het dok moest maximaal worden gevuld, zodat het schip nog net over de drempel kon worden verplaatst naar het diepe deel van het dok. Daar kunnen de laatste blokken van module 6 worden geplaatst. De brugsectie is al volledig geplaatst omdat de grote kraan die nodig is voor het plaatsen van de superstructure niet reikt tot die positie op het schip in het natte deel. De verdere opbouw is nog wel bereikbaar.

Het vullen van het dok was niet de enige uitdaging tijdens deze mijlpaal van het project. Er moest ook rekening gehouden worden met de wind, zodat het gloednieuwe schip geen averij op zou lopen tegen de wanden van het dok. Het CSS zat vast aan twee kabels die de gehele lengte van het dok overbrugden. “Vanwege de wind stond de ene kabel continue strak gespannen, terwijl de andere werd gebruikt om het schip een beetje ‘bij te sturen’”, vertelt Arjan. “Dat was zeker in het begin lastig, omdat de kabels zo lang waren dat er bijna geen hoek was om het schip echt te kunnen sturen.”

Het floatation device zorgde ervoor dat de achtersteven meer drijfvermogen kreeg. Het floatation device zorgde ervoor dat de achtersteven meer drijfvermogen kreeg.

De grootste uitdaging zat hem echter in het opdrijflichaam of floatation device. Dit metalen frame gevuld met luchtzakken zorgde ervoor dat de achtersteven meer drijfvermogen kreeg, zodat het schip met “even keel” verplaatst kon worden. Het opdrijflichaam was speciaal voor dit project en deze operatie ontworpen en gebouwd en hoewel de computersimulaties lieten zien dat het zou werken, was de realiteit toch nog spannend. “De operatie ging niet zo soepel als we vooraf gehoopt hadden, maar uiteindelijk heeft het floatation device zijn werk gedaan en kon het schip met even keel verplaatst worden”, aldus Arjan. “Het was een enorme operatie om het floatation device te plaatsen en ook om het de dagen erna weer te verwijderen, maar het heeft zijn werk gedaan en het schip ligt nu in het diepe deel van het dok.”

Met behulp van het opdrijflichaam kon het CSS met "even keel" verplaatst worden. Met behulp van het opdrijflichaam kon het CSS met "even keel" verplaatst worden.

Inmiddels is de grote kraan al hard aan het werk om de resterende blokken te plaatsen. “Die zijn het afgelopen jaar elders op de werf gebouwd en staan nu op de kade klaar om aan boord gezet te worden”, legt Arjan uit. “Het eerste deel, het onderste superblock, direct achter de brug, is onlangs geplaatst. Nu gaan we verder met het gereedmaken van de opbouw tot en met de mast.” Die werkzaamheden zullen naar verwachting in februari afgerond worden. In maart 2023 wordt het schip opnieuw verplaatst en komt het aan de kade te liggen en dan wordt in april 2023 begonnen met de inbedrijfstelling. Begin 2024 gaat het schip op proeftocht en in juni 2024 wordt het schip overgedragen aan de Defensie Materieel Organisatie.

Begin 2024 gaat het schip op proeftocht en in juni 2024 wordt het schip overgedragen aan de Defensie Materieel Organisatie. Begin 2024 gaat het schip op proeftocht en in juni 2024 wordt het schip overgedragen aan de Defensie Materieel Organisatie.