In Marinekringen werden ze de Kojaks genoemd, omdat ze allebei waren uitgerust met een grote opvallende bol die deed denken aan het kale hoofd van tv-speurneus Kojak. De geleidewapenfregatten die De Schelde begin jaren zeventig bouwde, waren in meerdere opzichten zeer vernieuwende schepen.
Hij bouwde niet aan de schepen mee, maar kent ze door en door. Arjan Risseeuw heeft als Marineman zowel op Hr.Ms. Tromp als Hr.Ms. De Ruyter gevaren. Hij herinnert zich nog dat hij de twee schepen als jongetje aan de afbouwkade in Vlissingen zag liggen. Dat ze ooit zijn werkplek zouden worden, had hij toen niet durven dromen.
Tijdens zijn officiersopleiding aan het KIM begin jaren tachtig maakte Arjan zijn ‘bootjesreis’ – de kennismaking van adelborsten met de varende vloot – aan boord van Hr.Ms. De Ruyter. “Je moest van onderaf de organisatie leren kennen’’, blikt hij terug. “In feite werd je tijdens zo’n reis gelijkgesteld aan een matroos en een van de ‘geliefde’ opgelegde klusjes was dan ook de wc schrobben”, voegt hij er lachend aan toe. Hij had al snel in de gaten dat de GW-fregatten bijzondere schepen waren. “In die markante grote bol zat de allereerste 3D-radar die de Koninklijke Marine toen in gebruik had.”
“Voor die tijd waren de twee schepen heel geavanceerd. Je kunt het je bijna niet voorstellen: die 3D-radar had een eigen computer met een geheugen van 64 kilobyte. Maar hij deed het prima… Als hij aan het ronddraaien was, stond er in de bol wel windkracht 7, zóveel luchtverplaatsing bracht dat teweeg…” De twee gevechtsschepen waren volgens Arjan de eerste van de Marinevloot met een geïntegreerd combat systeem. “De Trompklasse was onder meer uitgerust met de geleide wapensystemen Tartar, Harpoon en Sea Sparrow, en een dubbelloops 12 cm. kanon van Bofors.”
“In de 3D-bol werd informatie verzameld over mogelijke doelen en de computer verdeelde die gegevens over de specifieke wapensystemen aan boord waar deze informatie voor bestemd was.” De Trompklasse vormde samen met de S-fregatten en de L-fregatten destijds een nieuwe generatie. “Fregatten beheren hun technische systemen tegenwoordig vanuit een geïntegreerd platform, en de Trompklasse was daar eigenlijk een voorloper in. Voor het eerst werden die gegevens over het schip op afstand vanuit een technische centrale bijgehouden. Je hoefde niet meer permanent een team van technici in de machinekamer te hebben.”
De Trompklasse is de boeken ingegaan als een modern en innovatief scheepsontwerp. “Dat gold eveneens voor de voortstuwing. De Tromp en De Ruyter waren de eerste Marineschepen met gasturbinevoortstuwing voor zowel de hoofdvaart als de kruisvaart.” Arjan bewaart mooie herinneringen aan de eskaderreis Fairwind 86 die Hr.Ms. De Ruyter in 1986 maakte. “Voor het eerst sinds lange tijd maakte een Nederlands Marine-eskader toen een verre reis; aangevoerd door Hr.Ms. De Ruyter, dat tevens stafschip was, dus de eskaderstaf onder leiding van de schout-bij-nacht was ook aan boord.”
“Van de ruim veertig officieren op het schip was ik de jongste, vers van het KIM. Prachtige tijd. We hebben een halfjaar lang het Verre Oosten doorkruist. In Surabaya ben ik aan boord beëdigd als officier.” Glimlachend: “Het was ook wel een wat feodale tijd. De hoogsten in rang aan boord hadden een eigen stoel aan de eettafel in de longroom en als iemand anders daarop ging zitten, werd die door de hofmeester weggestuurd… De jongste officieren hadden beurtelings tapwacht. Als een overste binnenkwam en jij had de tapwacht, werd van je verwacht dat je precies wist wat die wilde drinken, en je moest snel handelen, want het drankje moest klaarstaan op het moment dat hij ging zitten…”
*Foto’s carrousels uit collectie NIMH