Tijdens de feestelijke presentatie van het jubileumboek ‘Maritiem Meesterschap’ was er een bijzondere gast. In een wit Schelde-ketelpak, met witte veiligheidshelm, stevige werklaarzen en een klinkhamer op zijn rug beklom de 86-jarige Willem Cornelis Murre het podium om een speciaal gedicht door te dragen. De voormalig plaatwerker bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde is na zijn pensioen in 1999 begonnen aan een tweede carrière: zorgen voor erkenning voor de noeste arbeiders van de scheepswerf.

“Het begon toen ik rondkeek in het hoofdkantoor. Daar staan borstbeelden van prominente directeuren, maar er staat geen arbeider bij”, legt Willem uit. “Toen de werf uit het centrum verdween, zijn de arbeiders weggegaan van de hellingen. Toen ben ik gaan nadenken of er iets van ons arbeiders kon terugkomen op die plek.”

Na jaren van brieven aan de politiek, gesprekken met de Gemeente Vlissingen en discussies met andere oud-werknemers, richtte Willem in 2016 richtte de stichting ‘Mannen Tussen Staal’ op, samen met een andere oud-Schelde-medewerker Herbert Sepers en diens vrouw Truus Sepers-Peters. Het doel was een monument te laten maken voor de arbeiders van De Schelde.

Algemeen Directeur Roland Briene verwelkomt Willem Murre op het podium tijdens de boekpresentatie. Algemeen Directeur Roland Briene verwelkomt Willem Murre op het podium tijdens de boekpresentatie.

Een crowdfunding actie werd gestart en bewoners van Vlissingen konden kiezen uit twee verschillende kunstwerken. Het werd een betonnen beeld van Joris Baudoin van een twee mannen met een hamer die achter hun ruggen een scheepsketting van 8 meter lang trekken. Het 5500 kilo-wegende kunstwerk vond in 2017 een tijdelijke plaats op de Peperdijk voordat het begin vorig jaar verhuisde naar de definitie plek naast het nieuwe stadspark De Helling. Daar kijkt het beeld uit over de plek waar vroeger de Schelde-schepen van de Noord- en Zuidhelling gleden.

Willem: “Het beeld staat op een mooie plek waar het goed tot zijn recht komt en zo is er eindelijk erkenning oor de arbeiders. Zonder hen waren al die schepen er nooit geweest. Ze werkten in weer en wind en met storm, sneeuw en regen op die hellingen en hadden soms alleen een bakje snert en vuurpotten om zich warm te houden.”

"Met het standbeeld is er eindelijk erkenning oor de arbeiders. Zonder hen waren al die schepen er nooit geweest." Willem Murre

Willem werd in 1939 geboren in een huisje net buiten de dijk bij Borssele. Zijn vader werkte op het land van een boer. In 1952 verhuisde het gezin naar Emmeloord, in de Noordoostpolder, en daar ontdekte Willem hoe anders er in zijn nieuwe woonplaats werd gekeken naar arbeiders. “Op de reformatorische school in Borssele moesten we achter in de klas zitten. Op deze school zaten we voorin de klas en werd ons ook om onze mening gevraagd.” Daarna is hij nooit meer gestopt met het geven van zijn mening.

Na zijn schoolcarrière ging hij met zijn vader het land op, maar merkte al snel dat dit werk hem niet lag. Hij probeerde allerlei baantjes, tot hij terechtkwam in de wegenbouw als walsmachinist. Een paar jaar later kreeg hij de kans te gaan werken in een plaatmakerij waar hij leerde lassen. In de tussentijd leerde hij ook zijn grote liefde Ina kennen. Door de woningnood in Emmeloord kon het stel na hun huwelijk geen huis vinden en woonden ze samen met hun eerste babyzoon Jan in bij Ina’s ouders.

Willem Murre tijdens de voordracht van zijn gedicht 'Battapor'. Willem Murre tijdens de voordracht van zijn gedicht 'Battapor'.

Aan het begin van de jaren zestig verhuisden Willems ouders terug naar Zeeland en toen hij hen kwam bezoeken, werd hij gewezen op een advertentie in de PZC voor personeel bij De Schelde. “Ik ging op gesprek en werd gekeurd door Jan Weug. Ik mocht komen werken en mijn vrouw en ik werden met een Mercedes rondgereden om drie woningen te bekijken. Het werd de Irislaan.” Na wat omzwervingen in Vlissingen en het overlijden van zijn geliefde Ina in 1997, keerde Willem terug in de Irislaan. Weliswaar een ander huis dan eerst, maar hij woont er nog steeds met veel plezier.

Na bijscholing op de bedrijfsschool van De Schelde en in de praktijk werkte Willem zich op tot Taakgroepvertegenwoordiger bij De Schelde. In 1999 ging hij met pensioen. Sindsdien is Willem een bekende verschijning is in Vlissingen en wordt hij vaak uitgenodigd voor evenementen in het Scheldekwartier. Hij is lid van de Vereniging Klederdrachtgroep Mooi Zeeland die presentaties en kooroptredens in zorgcentra en bij evenementen door heel Nederland verzorgt. “Het geeft mij veel voldoening om zo actief te blijven en mijn bijdrage te mogen leveren.”

Zijn leven lang houdt Willem een dagboek bij en schrijft hij gedichten. “Iedere dag vertrouw ik mijn gedachten toe aan mijn dagboek. Ook de jaren op De Schelde-werf heb ik daarin opgetekend. Het helpt mij om mijn herinneringen en belevenissen te ordenen en vast te leggen.” Een van zijn gedichten is ‘Battapor’ dat hij schreef voor de opening van de nieuwe voetgangersbrug van de Jan Weugkade naar de Peperdijk die dezelfde naam heeft gekregen. Vroeger was dit de plek van de hellingdeuren of de bateau portes. Een Franse term die door de Schelde-medewerkers verbasterd werd tot Battapor.

Tijdens de boekpresentatie droeg hij hetzelfde gedicht voor tijdens een voordracht die de harten won van de aanwezigen. Voorlopig is hij nog niet van plan zijn ketelpak en klinkhamer op te hangen. “Toen ik met pensioen ging, heb ik mijn personeelsdossier opgevraagd. Daarin vond ik ook het keuringsformulier van mijn sollicitatie. Op het formulier stond als eerste indruk: ‘rustige, betrouwbare vent’.” Willem lacht als hij vertelt dat dat oordeel wellicht niet helemaal compleet was, want hij is zowel in zijn tijd bij De Schelde als erna altijd blijven hameren op het belang en de erkenning van zijn medearbeiders.

Battapor
De voetstappen van weleer, ooit verloren
Zijn met de Battapor nu weer herboren
In het geheugen staan ze gegrift
Een nieuwe tijd waarin hoop zich verhief
Over de nieuwe brug gaan ze beeldig voort
De voetstappen die ooit waren verstoord
Ze dragen mee wat eens verdween
Herinneringen diep ingebed, als een refrein
Denkend aan de strijd om het bestaan
De struggle for life die ons allen raakt
Blijven deze voetstappen ons bij
Als een verhaal dat nooit vervaagt.

– Willem Cornelis Murre

Tekst: Eefje Koppers